Unilever presteert uitstekend, ondanks hogere grondstofprijzen

ROTTERDAM - Unilever heeft de afsplitsing van zijn theedivisie zo goed als afgerond. Unilever gaf eerder al aan deze activiteiten te willen verzelfstandigen en verwacht dat in oktober af te ronden. Daarna volgt een mogelijke verkoop, partnerschap of wellicht een beursgang van het nieuwe onderdeel. Hierover bericht Unilever vandaag bij de publicatie van zijn kwartaalcijfers.

Het onderdeel dat is afgesplitst was vorig jaar goed voor 2 miljard euro omzet. Overigens blijft de ijsthee wel bij Unilever, evenals activiteiten voor warme thee in Indonesië en India.

De totale omzet van het levensmiddelenconcern kwam in het eerste halfjaar uit op 25,8 miljard euro, 0,3% meer dan dezelfde periode vorig jaar. Zo verkocht Unilever de afgelopen maanden meer ijsjes door de versoepelingen voor de horeca. Wel ligt de Europese ijsverkoop aan de horeca nog altijd lager dan voor de coronacrisis.

Unilever heeft last van hogere grondstoffenprijzen, waardoor de winstmarge onder druk staat. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten voor sojabonen en palmolie, maar ook voor verpakkingen. Unilever zegt dat de operationele winstmarge daardoor dit jaar waarschijnlijk gelijk zal zijn aan die van 2020, terwijl eerder een lichte stijging werd verwacht.

In een toelichting sprak financieel directeur Graeme Pitkethly van een sterke eerste helft van het jaar voor het bedrijf. Wel blijft de coronacrisis voor uitdagingen zorgen vanwege nieuwe corona-uitbraken.

Eerder deze week werd bekend dat Ben & Jerry's, een onderdeel van Unilever, stopt met de verkoop van zijn ijs in Palestijns gebied. Het bedrijf zegt dat het niet in lijn is met de waarden van de onderneming om zijn waren daar te slijten.





Laatste nieuws