Economen: 15 procent van de horecazaken zal dit jaar failliet gaan

AMSTERDAM - Economen en brouwerijen verwachten dat 10 tot 15% van de horecazaken het komende jaar failliet zal gaan. Uit de Kleinbedrijf Index van ondernemersorganisatie ONL, de kredietverlener Qredits en de Hogeschool Utrecht bleek eerder deze week dat drie kwart van de horecabedrijven op de rand van het faillissement staat. Mochten die allemaal ook effectief failliet gaan, zou dat een groot drama zijn voor de Nederlandse economie, aldus Stef Driessen, sectoreconoom bij ABN AMRO tegen NU.nl.

Maar zo'n vaart zal het niet lopen, zo denken economen van Rabobank en ABN AMRO. De banken gaan mee in de verwachting van brouwers dat 10 tot 15% van de kroegen en restaurants de deuren zal sluiten het komende jaar. "Dat is wel nog steeds veel", aldus Driessen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat vorig jaar 12% meer horecazaken hun activiteiten om allerlei redenen staakten dan in 2019. Het aantal faillissementen in de horeca steeg met 39%

Maar dit jaar wordt dat aantal faillissementen naar verwachting dus minder. "Het voordeel is dat kroegen en restaurants binnenkort weer redelijk snel geld binnenkrijgen zodra we weer allemaal naar de kroeg trekken. Daarom is de heropening van de terrassen op dit moment een goed begin, al is het momenteel nog een zeer kleine druppel op een heel warme plaat", aldus Jos Klerx, die de horeca volgt voor Rabobank.

Kwijtschelding belastingen zou een goede zaak zijn

Daarnaast zou het kabinet aan het bekijken zijn of er belastingschulden van ondernemers kunnen worden kwijtgescholden. Dat zou volgens beide economen een goede zaak zijn, want door uitstel van belastingen zijn in het bijzonder die schulden hoog opgelopen. 

Om het aantal faillissementen nog meer te beperken, is er volgens Driessen een verlenging van de steunmaatregelen nodig "tot zeker het einde van de 1,5 meter-regel" en moet investeren beter ondersteund worden. Driessen stelt voor om de zogenoemde Tante Agaath-regeling opnieuw in te voeren. Die werd in 1996 ingevoerd om bij investeringen een deel van dat geld te kunnen aftrekken van de belastingen.