Europese markt van vlees- en zuivelvervangers groeit dankzij huismerken

De sterke groei van plantaardige vlees- en zuivelvervangers onder huismerk heeft in verschillende Europese landen de groei in dit segment bepaald. Dat stelt het Good Food Institute Europe na een analyse van gegevens over de detailhandelsverkopen van Circana in Frankrijk, Nederland, Spanje, Italië en het Verenigd Koninkrijk.

De huismerkproducten zijn goedkoper dan merkproducten en dat heeft mede geleid tot groei in de totale verkoopvolumes in Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje tussen 2022 en 2024.

Deze goedkopere keuzes zorgen ervoor dat plantaardige voedingsmiddelen mainstream worden, aldus het Good Food Institute Europe. Uit huishoudpanelgegevens van NIQ blijkt dat 46% van de huishoudens in Spanje, 37% in Duitsland en 32% in het Verenigd Koninkrijk vorig jaar minstens één keer een plantaardig alternatief voor melk kocht. In dezelfde periode kocht meer dan 20% van de Spaanse huishoudens en ruim 30% in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk vleesvervangers.

Doordat er meer betaalbare opties beschikbaar kwamen was bijna 10% van alle melk die in Spanje werd verkocht in 2024 een plantaardig alternatief. In Duitsland brachten huismerkproducten de categorie qua prijs dichter bij conventionele melk. Tussen 2022 en 2024 nam het verkoopvolume van huismerkproducten met 41,4% toe in Duitsland, terwijl het verkoopvolume van merkproducten met 8,3% daalde. Huismerkproducten hielpen de markt in zes plantaardige categorieën met 6,8% te groeien tot 1,68 miljard euro.

Dezelfde trend is te zien in Frankrijk, waar het verkoopvolume van huismerkproducten met 21,6% groeide, terwijl het verkoopvolume van merkproducten met 1,2% daalde. Dit hielp de markt in vijf plantaardige categorieën met 20,5% te groeien tot 537 miljoen euro. In Italië groeide het verkoopvolume met 17,4% en was er een daling van 1,5% in merkproducten. Daar kende de markt in vijf plantaardige voedselcategorieën een groei van 16,4% tot 639 miljoen euro. Het verkoopvolume van huismerken groeide met 32,3% in Spanje, waar de markt voor vier plantaardige categorieën met 14,4% groeide tot 491 miljoen euro.

Nederland kende een algehele daling in de verkoop, maar in plantaardige varianten voor gehakt en vleesreepjes was er wel groei. In het Verenigd Koninkrijk nam de totale verkoop van plantaardige producten ook af. Daar deden innovatieve nieuwe producten het beter dan goedkopere plantaardige producten van huismerken. In sommige landen was de verkoop van merkproducten ook verantwoordelijk voor het succes van kleinere categorieën zoals plantaardige kaas en vis.